Maria Montessori

Maria Montessori werd op 13 augustus 1870 geboren in Chiaravalle, een plaatsje in de Italiaanse provincie Ancona. Ze studeerde medicijnen en promoveerde in 1896 als eerste vrouwelijke arts in Italië. Montessori werd vervolgens medisch assistente op een kinderafdeling van een psychiatrische universiteitskliniek. Later werd ze hoogleraar in de antropologie en hygiëne aan de universiteit in Rome.

Vanwege haar werk met zwakzinnige kinderen ontwikkelde Montessori ideeën over hoe deze kinderen behandeld moesten worden. De Italiaanse was er van overtuigd dat de kinderen meer gebaat waren bij pedagogische dan bij medische zorg. In Parijs bestudeerde ze een onderwijsmethode van de Franse arts Édouard Séguin. Deze methode voor de educatie van zwakzinnige kinderen werkte Montessori in Italië vervolgens verder uit.

Omdat Montessori met deze doorontwikkelde methode veel succes boekte, wilde ze hem ook proberen toe te passen op kinderen in het reguliere onderwijs. In 1907 opende ze in een van de armste wijken van Rome haar Casa dei Bambini. Ze ging hier aan de slag met kinderen die nog niet leerplichtig waren. Op basis van haar ervaringen ontwikkelde ze vervolgens haar eigen opvoedingsmethode.

Montessori-methode

De onderwijsmethode van Montessori is gebaseerd op de opvatting dat kinderen zich uit zichzelf ontwikkelen zolang ze zich in een goede omgeving bevinden met materialen die ‘uitnodigen tot handelen’. Kinderen hebben volgens Montessori een natuurlijke drang tot zelfontplooiing.

Volgens de Montessori-methode moeten opvoeders en onderwijzers vooral behulpzaam zijn en in ieder geval moet voorkomen worden dat ze het eigen initiatief van de kinderen belemmeren. Opvoeders moeten kinderen vooral observeren en proberen te ontdekken waar de interesses en ontwikkelingen liggen.

In de klas werd gebruik gemaakt van speciale leermaterialen, zogenaamd ontwikkelingsmateriaal. Montessori was geen voorstander van zogenaamde ‘sentimentele gevoelspedagogiek’. Kinderen moesten wat haar betreft later vrij zakelijk in het leven staan. De Italiaanse vermeed daarom het gebruik van traditioneel speelgoed, waaronder poppen, en hield ook niet van het vertellen van sprookjes en leren van versjes.

Maria Montessori in het buitenland

In haar geboorteland had Montessori niet heel veel succes met haar onderwijsmethode. Vanaf 1913 maakte ze veel reizen naar het buitenland en daar werd op veel plekken met interesse kennis genomen van de Montessori-methode. Uiteindelijk vestigde ze zich in Nederland, waar ze in 1950 haar doctor honoris causa (eredoctoraat) behaalde aan de Universiteit van Amsterdam. Datzelfde jaar werd ze ook benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

De eerste montessorischool van Nederland werd in 1915 geopend in Den Haag.

Maria Montessori overleed in de lente van 1952. Zij werd begraven in Noordwijk.